22 mei 2021

Augustinus en Paus Gregorius over het Pinksterfeest

Uit de heilige Bisschop Augustinus (klein brevier, vigilie van Pinksteren)

Als Hij zegt: "Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Parakleet schenken", geeft Hij te kennen, dat Hij ook zelf een Parakleet is. Parakleet betekent namelijk pleitbezorger. En van Christus is gezegd: "Wij hebben een Pleitbezorger bij de Vader: Jezus Christus, de Gerechte." Als Hij zegt, dat de wereld de Heilige Geest niet kan ontvangen, heeft dit dezelfde zin als dat andere woord: "Het streven van het vlees staat vijandig tegenover God; het onderwerpt zich niet aan Gods Wet, en zelfs kan het dit niet." Dat is hetzelfde alsof we zeiden: De ongerechtigheid kan geen gerechtigheid zijn. Als Hij hier van de wereld spreekt, bedoelt Hij hiermede hen, die de wereld liefhebben, "welke liefde niet is uit de Vader". En daarom is aan de liefde tot deze wereld, die wij met zorg moeten verminderen en uitroeien, tegenovergesteld "de liefde tot God, die is uitgestort in onze harten door de Heilige Geest, die ons geschonken is."


Uit de heilige Paus Gregorius (klein brevier, feest van Pinksteren)

"Als iemand Mij bemint dan zal hij mijn woord onderhouden." Liefde bewijst men dus alleen door daden. Daarom zegt Johannes in zijn brief: "Wie zegt, ik bemin God, en zijn geboden niet onderhoudt, is een leugenaar." Want in werkelijkheid beminnen wij God en onderhouden wij zijn geboden alleen, als wij onze lusten beteugelen. Want wie zich nog overgeeft aan ongeoorloofde begeerten, bemint God zeker niet, daar hij Hem met zijn wil weerspreekt.

"Ook mijn Vader zal hem beminnen, en Wij zullen tot hem komen, en ons verblijf bij hem nemen." Overdenkt, dierbare broeders, welk een waardigheid het is in de woning van zijn hart God als gast op te nemen. Als een rijk of zeer machtig vriend in ons huis zou komen, zouden wij voorzeker in allerijl heel het huis reinigen, opdat er toch maar niets zou zijn, wat de ogen van de vriend bij zijn binnentreden zou kwetsen. Laat zo ook hij, die het huis zijner ziel voor God bereidt, de onreinheid der slechte werken verwijderen.

Maar ziet, wat de Waarheid zegt: "Wij zullen komen, en ons verblijf bij hem nemen." Want in de harten van sommigen komt Hij wel, maar neemt er geen verblijf: want wel richten zij door berouw de blik naar God, maar ten tijde van de bekoring vergeten zij wat hen tot berouw had gestemd; en zo keren zij tot het bedrijven der zonde terug, alsof zij deze nooit betreurd hadden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Wilt u een reactie achterlaten? Dat kan alleen met een (fictieve) naam. Anonieme reacties worden niet geaccepteerd. Ik behoud mij het recht voor om reacties zonder opgaaf van reden te weigeren.

Mensis Eucharisticus (dag 25)

Het boekje "Mensis Eucharisticus" bevat 31 korte meditaties (één voor elke dag van de maand) ter voorbereiding op de H. Communie e...