15 mei 2021

De geheimen van de rozenkrans

Pater Pluijm C.ss.R. splitst in zijn boekje "Maria, de altijddurende bijstand der Christenen" de geheimen van de rozenkrans uit, zodat er per Weesgegroet een apart aandachtspunt is. Die uitsplitsing geef ik hieronder weer. 

Van het onder 2.10 genoemde had ik nog nooit gehoord; de H. Schrift vertelt daar niets over. Punt 3.5 past niet meer bij de huidige vroomheid. Bij 4.3 en 4.5 heeft pater Pluijm redelijk gekunsteld tijd proberen te rekken, terwijl hij wellicht meer aandacht aan de profetie van Simeon had kunnen besteden. De reeks bij de droevige geheimen vind ik daarentegen heel sterk van opzet. Bij de glorievolle mysteries vind ik de punten werkelijk behulpzaam om de aandacht erbij te houden.

De vijf blijde geheimen

1. De boodschap van de engel.
  1. De H. Drievuldigheid heeft toegestemd in de menswording van Christus.
  2. Maria is tot Moeder van Christus verkozen.
  3. De Engel Gabriël brengt Maria de blijde boodschap.
  4. Maria was in de eenzaamheid in haar gebed.
  5. De engel zeide: Wees gegroet, vol van genade, de Heer is met u.
  6. Maria was verbaasd toen zij de engel hoorde.
  7. De engel zeide: Maria, wil niet vrezen, want gij zult ontvangen van de H. Geest.
  8. Maria zeide: Zie de dienstmaagd des Heren, mij geschiede naar uw woord.
  9. Maria is door de H. Geest overlommerd geworden.
  10. En het Woord is vlees geworden, en het heeft onder ons gewoond.
2. Bezoek bij Elisabeth
  1. Maria gaat uit ootmoedigheid haar nicht Elisabeth bezoeken.
  2. Maria bestuurd door de H. Geest.
  3. Maria met haast opstaande, gaat over het gebergte.
  4. Maria werd met veel liefde door haar nicht Elisabeth ontvangen.
  5. Johannes is gezuiverd en van blijdschap opgesprongen in de schoot van zijn moeder.
  6. Elisabeth zeide: Gezegend is de vrucht van uw lichaam.
  7. Maria heeft uitgeroepen: Mijn ziel maakt groot de Heer.
  8. Elisabeth zeide: Welk geluk geschiedt mij, dat de Moeder des Heren tot mij komt!
  9. Het huis van Zacharias is door de komst van Jezus en Maria gezegend.
  10. Maria heeft haar nicht drie maanden met veel liefde gediend.
3. Geboorte van Jezus
  1. Maria heeft gebaard en zij is maagd gebleven.
  2. Maria heeft Jezus in een stal gebaard en in doeken gewonden.
  3. Maria heeft Jezus met liefde en verwondering aanschouwd.
  4. Maria heeft Jezus omhelsd en aan haar hart gedrukt.
  5. Maria heeft Jezus met haar heilige borsten gevoed.
  6. Maria heeft Jezus in een kribbe gelegd.
  7. Jezus lag op hooi en stro tussen os en ezel.
  8. De engelen hebben gezongen: Ere zij God in den hoge en op aarde vrede aan de mensen die van goede wil zijn.
  9. De herders zijn het Kind komen bezoeken.
  10. De drie Koningen zijn het Kind komen aanbidden en hebben hun giften geofferd.
4. Opdracht van Jezus
  1. Maria gaat om haar heilig Kind te offeren.
  2. Jezus en Maria onderwerpen zich aan de wet.
  3. Maria gaat door moeilijke wegen naar Jeruzalem.
  4. Maria heeft Jezus op haar armen gedragen.
  5. Maria vervolgt al biddende haar weg.
  6. Maria heeft Jezus in de tempel geofferd.
  7. Maria heeft aan de wet voldaan met de offergift der arme mensen.
  8. Anna, de profetes, loofde God voor de verlossing van Israël.
  9. De oude Simeon heeft Jezus omhelsd en op zijn armen genomen.
  10. Simeon zeide: Heer, laat uw dienaar naar uw woord in vrede gaan.
5. Wedervinding van Jezus
  1. Maria heeft haar lief Kind verloren.
  2. Maria heeft haar schat gemist.
  3. Maria heeft hem met veel droefheid gezocht.
  4. Maria is Jezus langs alle wegen en straten gaan zoeken.
  5. Maria heeft Jezus na drie dagen gevonden.
  6. Maria vindt Jezus in de Tempel.
  7. Jezus, twaalf jaren oud zijnde, onderwees de wetgeleerden.
  8. Maria zeide: Zoon, waarom hebt Gij ons bedroefd?
  9. Jezus keerde met hen terug en was hun onderdanig.
  10. Maria bewaarde in haar hart al de woorden die Jezus tot haar sprak. 

De vijf droevige geheimen

6. Doodsangst van Jezus
  1. Jezus gaat naar de hof van Olijven.
  2. Jezus valt plat ter aarde neer.
  3. Jezus volhardt in het gebed.
  4. Jezus is bedroefd tot de dood toe.
  5. Jezus zweet water en bloed.
  6. Jezus stelt zijn wil in de wil van zijn hemelse Vader.
  7. Jezus vermaant zijn leerlingen om te waken en te bidden.
  8. Jezus wordt door zijn Apostel door een kus overgeleverd aan zijn vijanden.
  9. Jezus wordt door zijn beminde volk gevangen.
  10. Jezus wordt vreselijk gebonden en gesleurd van de ene rechter naar de andere.
7. Geseling van Jezus
  1. Jezus wordt door de joden aan de heidenen overgeleverd.
  2. Jezus wordt bij Pilatus valselijk beschuldigd.
  3. Jezus wordt door zijn volk achter Barrabas gesteld.
  4. Jezus, alhoewel onschuldig verklaard, wordt overgeleverd om gegeseld te worden.
  5. Jezus' klederen worden uitgerukt.
  6. Jezus staat daar naakt en bloot.
  7. Jezus aan een kolom gebonden.
  8. Jezus wordt wreedaardig gegeseld.
  9. Jezus' bloed vloeit langs de aarde.
  10. Jezus is gewond om onze zonden.
8. Kroning van Jezus met doornen
  1. De soldaten hebben Jezus een doornenkroon bereid.
  2. Zij hebben de doornenkroon in Jezus' hoofd gedrukt.
  3. Jezus' hoofd langs alle kanten doorwond.
  4. Jezus' hoofd druipend van het bloed.
  5. Jezus met een purperen mantel bespot.
  6. Zij hebben Jezus een riet als scepter in de hand gegeven.
  7. Zij hebben met het riet op het gekroonde hoofd van Jezus geslagen.
  8. Zij hebben in Jezus' geheiligd aangezicht gespuwd.
  9. Jezus is overladen met versmadingen.
  10. Pilatus heeft Jezus aan het volk vertoond, zeggende: Ziet de mens.
9. Kruisdraging van Jezus
  1. Jezus werd veroordeeld om gekruist te worden.
  2. Jezus heeft zijn kruis met liefde omhelsd.
  3. Jezus heeft zijn kruis op zijn doorwonde schouder gedragen.
  4. Jezus wordt tussen twee moordenaars voortgestuwd.
  5. Jezus bezwijkt onder het kruis om onze zonden.
  6. Jezus beladen met zijn kruis, ontmoet zijn bedroefde Moeder.
  7. Jezus wordt beweend door medelijdende vrouwen van Jeruzalem.
  8. Jezus zeide haar: Handelt men zo met het groene hout, wat zal er dan met het dorre geschieden?
  9. Niemand wil Jezus zijn kruis helpen dragen.
  10. Jezus klimt voor ons op de berg van Calvarië.
10. Kruisdood van Jezus
  1. Jezus wordt onmenselijk op het kruis uitgerekt.
  2. Jezus' handen en voeten doornageld.
  3. Jezus werd aan het kruis opgericht en zijn wonden vloeiden van het bloed.
  4. Jezus bidt voor zijn vijanden.
  5. Jezus belooft de moordenaar het Paradijs.
  6. Jezus beveelt de H. Johannes aan zijn H. Moeder.
  7. Jezus, dorst hebbende, wordt met gal en edik gelaafd.
  8. Jezus heeft uitgeroepen: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten!
  9. Jezus zeide: Het is volbracht.
  10. Jezus heeft zijn geest gegeven en zijn hart voor ons laten openen.

De vijf glorievolle geheimen

11. Verrijzenis van Jezus
  1. Jezus is ten derde dage roemrijk verrezen.
  2. Jezus heeft dood en hel overwonnen.
  3. Jezus heeft de oudvaders getroost en verlost.
  4. Jezus verblijdt zijn H. Moeder.
  5. Jezus verschijnt als een hovenier aan Maria Magdalena.
  6. Jezus vertoont zich aan Petrus.
  7. De leerlingen van Emmaüs zeiden: Waren onze harten niet branden van liefde, als Hij tot ons sprak?
  8. Jezus staat in het midden van zijn leerlingen en wenst hun allen de vrede.
  9. Jezus toont zijn roemrijke wonden aan de H. Thomas.
  10. Thomas roept uit: O mijn Heer en mijn God!
12. Hemelvaart van Jezus
  1. Jezus vaart roemvol ten hemel.
  2. Jezus klimt op door zijn eigen macht.
  3. Jezus scheidt van zijn lieve vrienden.
  4. Jezus belooft met hen te blijven tot het einde der wereld.
  5. Jezus belooft hun de H. Geest.
  6. De leerlingen hebben Jezus aanschouwd en Hij heeft hen allen gezegend.
  7. Jezus heeft voor ons de hemel geopend.
  8. Jezus zit aan de rechterhand van zijn hemelse Vader.
  9. Jezus toont zijn H. Wonden voor ons aan zijn hemelse Vader.
  10. Jezus is onze middelaar in de hemel.
13. Zending van de H. Geest
  1. Jezus heeft de H. Geest gezonden.
  2. Jezus heeft de Trooster gezonden.
  3. Jezus heeft het vuur op de wereld gezonden.
  4. De H. Geest heeft de harten in liefde ontstoken.
  5. De H. Geest heeft de verstanden verlicht.
  6. De H. Geest heeft de harten versterkt.
  7. De H. Geest heeft verscheidene talen doen spreken.
  8. De H. Geest heeft zijn gaven uitgedeeld.
  9. Kom, H. Geest, bezoek de harten van uw gelovigen.
  10. Kom, H. Geest, ontsteek in ons het vuur van uw liefde.
14. Hemelvaart van Maria
  1. Maria is opgeklommen ten hemel.
  2. De hemelse Vader ontvangt zijn beminde Dochter.
  3. Jezus omhelst zijn lieve Moeder.
  4. De H. Geest verwelkomt zijn lieve Bruid.
  5. De serafijnen groeten Maria.
  6. De engelen dienen Maria.
  7. Geheel de hemel is verblijd door Maria.
  8. Maria zit het naaste bij Jezus.
  9. Maria is onze moeder en middelares in de hemel.
  10. Maria is onze voorspreekster bij haar lieve Zoon.
15. Kroning van Maria
  1. Maria is roemvol gekroond in de hemel.
  2. Maria gekroond om haar serafijnse liefde.
  3. Maria gekroond om haar engelachtige zuiverheid.
  4. Maria gekroond om haar grote ootmoedigheid.
  5. Maria gekroond om haar volmaakte gehoorzaamheid.
  6. Maria gekroond om haar grote voorzichtigheid.
  7. Maria gekroond om haar heilige ingetogenheid.
  8. Maria gekroond om haar heldhaftig geduld in het lijden.
  9. Maria gekroond om haar volharding in alle deugden.
  10. Maria boven alle engelen en heiligen in de hemel gekroond, gelijk de Moeder van God toekomt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Wilt u een reactie achterlaten? Dat kan alleen met een (fictieve) naam. Anonieme reacties worden niet geaccepteerd. Ik behoud mij het recht voor om reacties zonder opgaaf van reden te weigeren.

Mensis Eucharisticus (dag 25)

Het boekje "Mensis Eucharisticus" bevat 31 korte meditaties (één voor elke dag van de maand) ter voorbereiding op de H. Communie e...