29 mei 2021

Drievuldigheidszondag

Uit de heilige Bisschop Fulgentius

Van een ware Drie-eenheid zou er geen sprake zijn, wanneer de Vader, de Zoon en de Heilige Geest één en dezelfde personen waren. Want, wanneer de Vader, de Zoon en de Heilige Geest niet alleen één in wezen waren, maar ook één in persoon, dan zou er volstrekt geen reden bestaan om van een Drie-eenheid te spreken. Van de andere kant zou er wel een ware Drie-eenheid zijn, maar zou deze Drie-eenheid niet één God zijn, wanneer de Vader, de Zoon en de Heilige Geest niet alleen als persoon van elkaar onderscheiden waren, maar eveneens ieder een van elkaar onderscheiden natuur zouden bezitten. Maar omdat zowel het een als het ander waar is, niet alleen, dat in deze éne, ware, drie-ene God slechts één God is, maar ook, dat Hij tevens drie-een is, daarom is de ware God drievoudig in personen en één in wezen.

22 mei 2021

Augustinus en Paus Gregorius over het Pinksterfeest

Uit de heilige Bisschop Augustinus (klein brevier, vigilie van Pinksteren)

Als Hij zegt: "Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Parakleet schenken", geeft Hij te kennen, dat Hij ook zelf een Parakleet is. Parakleet betekent namelijk pleitbezorger. En van Christus is gezegd: "Wij hebben een Pleitbezorger bij de Vader: Jezus Christus, de Gerechte." Als Hij zegt, dat de wereld de Heilige Geest niet kan ontvangen, heeft dit dezelfde zin als dat andere woord: "Het streven van het vlees staat vijandig tegenover God; het onderwerpt zich niet aan Gods Wet, en zelfs kan het dit niet." Dat is hetzelfde alsof we zeiden: De ongerechtigheid kan geen gerechtigheid zijn. Als Hij hier van de wereld spreekt, bedoelt Hij hiermede hen, die de wereld liefhebben, "welke liefde niet is uit de Vader". En daarom is aan de liefde tot deze wereld, die wij met zorg moeten verminderen en uitroeien, tegenovergesteld "de liefde tot God, die is uitgestort in onze harten door de Heilige Geest, die ons geschonken is."


Uit de heilige Paus Gregorius (klein brevier, feest van Pinksteren)

"Als iemand Mij bemint dan zal hij mijn woord onderhouden." Liefde bewijst men dus alleen door daden. Daarom zegt Johannes in zijn brief: "Wie zegt, ik bemin God, en zijn geboden niet onderhoudt, is een leugenaar." Want in werkelijkheid beminnen wij God en onderhouden wij zijn geboden alleen, als wij onze lusten beteugelen. Want wie zich nog overgeeft aan ongeoorloofde begeerten, bemint God zeker niet, daar hij Hem met zijn wil weerspreekt.

"Ook mijn Vader zal hem beminnen, en Wij zullen tot hem komen, en ons verblijf bij hem nemen." Overdenkt, dierbare broeders, welk een waardigheid het is in de woning van zijn hart God als gast op te nemen. Als een rijk of zeer machtig vriend in ons huis zou komen, zouden wij voorzeker in allerijl heel het huis reinigen, opdat er toch maar niets zou zijn, wat de ogen van de vriend bij zijn binnentreden zou kwetsen. Laat zo ook hij, die het huis zijner ziel voor God bereidt, de onreinheid der slechte werken verwijderen.

Maar ziet, wat de Waarheid zegt: "Wij zullen komen, en ons verblijf bij hem nemen." Want in de harten van sommigen komt Hij wel, maar neemt er geen verblijf: want wel richten zij door berouw de blik naar God, maar ten tijde van de bekoring vergeten zij wat hen tot berouw had gestemd; en zo keren zij tot het bedrijven der zonde terug, alsof zij deze nooit betreurd hadden.

17 mei 2021

Psalm 23 (22)

Mijn Herder is de Heer! het ontbreekt mij aan niets:

Hij laat mij rusten in groene beemden;

Hij voert mij naar vredige wateren, verkwikt mijn ziel,

En leidt mij in het rechte spoor, omwille van zijn Naam.

Al moet ik door donkere krochten heen,

Ik ben voor geen onheil bevreesd:

Want Gij staat mij bij,

Uw staf en stok zijn mijn stut!


Gij bereidt mij een dis

Voor het oog van mijn vijand;

Met olie zalft Gij mijn hoofd,

En mijn beker vloeit over.

Voorspoed en zegen zullen mij volgen

Mijn leven lang;

In het huis van de Heer mag ik wonen

In lengte van dagen!


*Petrus Canisiusvertaling, waarbij ik het Tetragrammaton telkens heb vervangen door Heer.

16 mei 2021

Processie voor alle noodwendigheden

Het Caeremoniale Societatis Verbi Divini (m.a.w. het ceremonieboek van de missionarissen van Steyl) bevat een eenvoudige, nobele processie voor noodwendigheden. Die zou in deze tijd, met het coronavirus, een prachtige manier zijn om hemelse zegen af te smeken.

Latijnse tekst




Nederlandse vertaling

Men hanteert de orde uit het Rituale Romanum, tit. IX, pagina 6-14; of men gebruikt de hiernavolgende orde, die uit de eerste dagen van onze Sociëteit door de Vaders en Stichters is overgeleverd.

Op de vastgestelde tijd, wanneer de huisgenoten in de kerk zijn samengekomen, komt de Overste, bekleed met superplie, paarse stola en koorkap (zie hoofdstuk 1 nr. 2) - voorafgegaan door de ceremoniemeester en de kruisdrager, tussen twee acolieten die brandende kaarsen dragen: waarachter de cantors volgen en de clerus, bekleed met superplie - naar het hoogaltaar, en na een eerbiedsbetuiging voor het altaar, knielt hij op de onderste trede, de anderen, behalve de kruisdrager en de acolieten, vallen in deze volgorde op de knieën neer.

Nadat er kort gebeden is, beginnen de cantors te zingen:
Ontferm U over mij, God.

Na elk vers antwoorden de anderen:
Spaar, Heer, spaar uw volk, dat Gij met uw kostbaar Bloed hebt vrijgekocht.

Psalm 50.
Ontferm U over mij, God, * volgens uw grote barmhartigheid.
En volgens de menigvuldigheid uwer ontfermingen, * delg mijn boosheid uit.
Was mij overvloedig van mijn boosheid, * en reinig mij van mijn zonde.
Want ik erken mijn boosheid: * en mijn zonde staat mij steeds voor ogen.
Tegen U alleen heb ik gezondigd, en kwaad voor uw aanschijn gedaan: * opdat Gij gerechtvaardigd zijt in uw woorden, en de zaak wint wanneer Gij oordeelt.
Want zie: in boosheid ben ik ontvangen: * en in zonde heeft mijn moeder mij ontvangen.
Want zie: Gij hebt de waarheid lief: * in het ongewisse en duister hebt Gij mij uw wijsheid geopenbaard.
Besprenkel mij met de hysopstengel, en ik zal rein worden: * Gij zult mij wassen, en ik zal witter worden dan sneeuw.
Gij zult mijn gehoor vreugde en blijdschap geven: * en de gebroken beenderen zullen juichen.
Keer uw aanschijn van mijn zonden af: * en delg al mijn boosheid uit.
Schep een zuiver hart in mij, God: * en een rechtschapen geest in mijn binnenste.
Verwerp mij niet voor uw aanschijn: * en neem uw Heilige Geest niet van mij weg.
Geef mij de vreugde van uw heil terug: * en bevestig mij in de oorspronkelijke geestesgesteldheid.
Ik zal de bozen uw wegen leren: * en de kwaadaardigen zullen tot U bekeerd worden.
Bevrijd mij van bloedvergieting, God, God van mijn heil: * en mijn tong zal uw gerechtigheid bejubelen.
Heer, open mijn lippen, * en mijn mond zal uw lof verkondigen.
Want als Gij offers hadt gewild, had ik ze u gebracht: * in brandoffers schept Gij geen behagen.
Een bedrukte geest is een offer voor God: * een deemoedig en vernederd hart wijst Gij, God, niet af.
Wees, Heer, in uw goedheid genadig voor Sion: * opdat de muren van Jeruzalem weer worden opgebouwd.
Dan zult Gij het offer van gerechtigheid, offerandes en brandoffers aanvaarden: * dan zullen ze op uw altaar weer kalveren opdragen.

Nadat het eerste vers gezegd is, staan allen op, en gaan in volgorde, terwijl de Psalm met het Responsorie word voortgezet. Vooraan gaat de dienaar die het Kruis draagt, midden tussen twee acolieten met kandelaren en brandende kaarsen: hun volgen de huisgenoten in volgorde, daarna de cantors, de clerus, en als laatste de Overste, midden tussen zijn assistenten, die de punten van de koorkap optillen.

Wanneer de processie ten einde komt, knielen allen, en zegt men het volgende vers en de gebeden:
V. Wij hebben gezondigd met onze vaderen.
R. Wij hebben onrecht begaan, en boosheid bedreven.
Laat ons bidden. God, aan wie het eigen is om barmhartig te zijn en te sparen, aanvaard ons gebed, opdat uw vaderlijke barmhartigheid ons en al uw dienaren bevrijde van de ketenen der zonden, waarin wij gekluisterd zijn.

Naar gelang de omstandigheden worden, onder één conclusie, twee van de volgende gebeden toegevoegd:

Om regen te vragen:
God, in wie wij leven, ons bewegen en zijn, schenk ons de nodige regen, opdat wij door deze tijdelijke middelen voldoende geholpen worden en zo met meer vertrouwen naar de eeuwige genademiddelen streven.
Geef ons, zo vragen wij, Heer, heilzame regen, opdat Gij de droge grond met stromen uit de hemel wilt drenken. Door Christus, onze Heer. Amen.

Om mooi weer te vragen:
Wij bidden U, Heer, verhoor ons nu wij tot U roepen en geef ons het mooie weer dat wij vragen, opdat wij, die terecht om onze zonden worden gestraft, door uw tegemoetkomende ontferming erbarming mogen ondervinden.
Wij smeken, almachtige God, om uw ontferming: dat Gij de stromende stortregens binnen de perken wilt houden, en ons de blijheid van uw aanschijn wilt schenken. Door Christus, onze Heer. Amen.

Ten tijde van dodelijke en besmettelijke ziekte:
Verhoor ons, God, ons heil, en op de voorspraak van de zalige en glorierijke Moeder Gods, Maria altijd Maagd, en van de heilige martelaar Sebastianus, en van alle heiligen: bevrijd uw volk van uw beangstigende woede, en breng hen in veiligheid onder uw barmhartigheid.
Wij bidden u, Heer, verhoor ons godvruchtig smeken en wend goedgunstig de dodelijke en besmettelijke ziekte af, opdat de harten van de stervelingen mogen begrijpen, dat deze rampen het gevolg zijn van uw verbolgenheid en weer ophouden door uw barmhartigheid. Door Christus, onze Heer. Amen.

Ten tijde van oorlog:
God, die de oorlogen bedwingt en door uw machtige bescherming de bestrijders van hen die op U hopen, verslaat; sta uw dienaren bij die beroep doen op uw barmhartigheid, opdat zij, nadat de wreedheid van hun vijanden is neergeslagen, U in blijvende dankbaarheid mogen loven.
God, van wie de heilige verlangens, de goede voornemens en de rechtvaardige werken voortkomen, geef aan uw dienaren die vrede, die de wereld niet kan geven; opdat onze harten zich aan uw geboden onderwerpen en wij, nadat de vrees voor de vijanden is weggenomen, door uw bescherming rustige tijden beleven. Door Christus, onze Heer. Amen.

In alle noodwendigheden:
Heer, toon ons genadig uw onuitsprekelijke barmhartigheid, opdat Gij ons tegelijk van onze zonden moogt ontslaan en bevrijden van de straffen die wij daardoor hebben verdiend.
God, onze toevlucht en onze kracht, die zelf de bron van alle vroomheid zijt, verhoor de vrome gebeden van uw Kerk, en geef dat wij werkelijk mogen ontvangen, wat wij met vertrouwen vragen. Door Christus, onze Heer. Amen.

Wanneer dit is afgelopen, gaan allen ordelijk heen.

15 mei 2021

De geheimen van de rozenkrans

Pater Pluijm C.ss.R. splitst in zijn boekje "Maria, de altijddurende bijstand der Christenen" de geheimen van de rozenkrans uit, zodat er per Weesgegroet een apart aandachtspunt is. Die uitsplitsing geef ik hieronder weer. 

Van het onder 2.10 genoemde had ik nog nooit gehoord; de H. Schrift vertelt daar niets over. Punt 3.5 past niet meer bij de huidige vroomheid. Bij 4.3 en 4.5 heeft pater Pluijm redelijk gekunsteld tijd proberen te rekken, terwijl hij wellicht meer aandacht aan de profetie van Simeon had kunnen besteden. De reeks bij de droevige geheimen vind ik daarentegen heel sterk van opzet. Bij de glorievolle mysteries vind ik de punten werkelijk behulpzaam om de aandacht erbij te houden.

De vijf blijde geheimen

1. De boodschap van de engel.
  1. De H. Drievuldigheid heeft toegestemd in de menswording van Christus.
  2. Maria is tot Moeder van Christus verkozen.
  3. De Engel Gabriël brengt Maria de blijde boodschap.
  4. Maria was in de eenzaamheid in haar gebed.
  5. De engel zeide: Wees gegroet, vol van genade, de Heer is met u.
  6. Maria was verbaasd toen zij de engel hoorde.
  7. De engel zeide: Maria, wil niet vrezen, want gij zult ontvangen van de H. Geest.
  8. Maria zeide: Zie de dienstmaagd des Heren, mij geschiede naar uw woord.
  9. Maria is door de H. Geest overlommerd geworden.
  10. En het Woord is vlees geworden, en het heeft onder ons gewoond.
2. Bezoek bij Elisabeth
  1. Maria gaat uit ootmoedigheid haar nicht Elisabeth bezoeken.
  2. Maria bestuurd door de H. Geest.
  3. Maria met haast opstaande, gaat over het gebergte.
  4. Maria werd met veel liefde door haar nicht Elisabeth ontvangen.
  5. Johannes is gezuiverd en van blijdschap opgesprongen in de schoot van zijn moeder.
  6. Elisabeth zeide: Gezegend is de vrucht van uw lichaam.
  7. Maria heeft uitgeroepen: Mijn ziel maakt groot de Heer.
  8. Elisabeth zeide: Welk geluk geschiedt mij, dat de Moeder des Heren tot mij komt!
  9. Het huis van Zacharias is door de komst van Jezus en Maria gezegend.
  10. Maria heeft haar nicht drie maanden met veel liefde gediend.
3. Geboorte van Jezus
  1. Maria heeft gebaard en zij is maagd gebleven.
  2. Maria heeft Jezus in een stal gebaard en in doeken gewonden.
  3. Maria heeft Jezus met liefde en verwondering aanschouwd.
  4. Maria heeft Jezus omhelsd en aan haar hart gedrukt.
  5. Maria heeft Jezus met haar heilige borsten gevoed.
  6. Maria heeft Jezus in een kribbe gelegd.
  7. Jezus lag op hooi en stro tussen os en ezel.
  8. De engelen hebben gezongen: Ere zij God in den hoge en op aarde vrede aan de mensen die van goede wil zijn.
  9. De herders zijn het Kind komen bezoeken.
  10. De drie Koningen zijn het Kind komen aanbidden en hebben hun giften geofferd.
4. Opdracht van Jezus
  1. Maria gaat om haar heilig Kind te offeren.
  2. Jezus en Maria onderwerpen zich aan de wet.
  3. Maria gaat door moeilijke wegen naar Jeruzalem.
  4. Maria heeft Jezus op haar armen gedragen.
  5. Maria vervolgt al biddende haar weg.
  6. Maria heeft Jezus in de tempel geofferd.
  7. Maria heeft aan de wet voldaan met de offergift der arme mensen.
  8. Anna, de profetes, loofde God voor de verlossing van Israël.
  9. De oude Simeon heeft Jezus omhelsd en op zijn armen genomen.
  10. Simeon zeide: Heer, laat uw dienaar naar uw woord in vrede gaan.
5. Wedervinding van Jezus
  1. Maria heeft haar lief Kind verloren.
  2. Maria heeft haar schat gemist.
  3. Maria heeft hem met veel droefheid gezocht.
  4. Maria is Jezus langs alle wegen en straten gaan zoeken.
  5. Maria heeft Jezus na drie dagen gevonden.
  6. Maria vindt Jezus in de Tempel.
  7. Jezus, twaalf jaren oud zijnde, onderwees de wetgeleerden.
  8. Maria zeide: Zoon, waarom hebt Gij ons bedroefd?
  9. Jezus keerde met hen terug en was hun onderdanig.
  10. Maria bewaarde in haar hart al de woorden die Jezus tot haar sprak. 

De vijf droevige geheimen

6. Doodsangst van Jezus
  1. Jezus gaat naar de hof van Olijven.
  2. Jezus valt plat ter aarde neer.
  3. Jezus volhardt in het gebed.
  4. Jezus is bedroefd tot de dood toe.
  5. Jezus zweet water en bloed.
  6. Jezus stelt zijn wil in de wil van zijn hemelse Vader.
  7. Jezus vermaant zijn leerlingen om te waken en te bidden.
  8. Jezus wordt door zijn Apostel door een kus overgeleverd aan zijn vijanden.
  9. Jezus wordt door zijn beminde volk gevangen.
  10. Jezus wordt vreselijk gebonden en gesleurd van de ene rechter naar de andere.
7. Geseling van Jezus
  1. Jezus wordt door de joden aan de heidenen overgeleverd.
  2. Jezus wordt bij Pilatus valselijk beschuldigd.
  3. Jezus wordt door zijn volk achter Barrabas gesteld.
  4. Jezus, alhoewel onschuldig verklaard, wordt overgeleverd om gegeseld te worden.
  5. Jezus' klederen worden uitgerukt.
  6. Jezus staat daar naakt en bloot.
  7. Jezus aan een kolom gebonden.
  8. Jezus wordt wreedaardig gegeseld.
  9. Jezus' bloed vloeit langs de aarde.
  10. Jezus is gewond om onze zonden.
8. Kroning van Jezus met doornen
  1. De soldaten hebben Jezus een doornenkroon bereid.
  2. Zij hebben de doornenkroon in Jezus' hoofd gedrukt.
  3. Jezus' hoofd langs alle kanten doorwond.
  4. Jezus' hoofd druipend van het bloed.
  5. Jezus met een purperen mantel bespot.
  6. Zij hebben Jezus een riet als scepter in de hand gegeven.
  7. Zij hebben met het riet op het gekroonde hoofd van Jezus geslagen.
  8. Zij hebben in Jezus' geheiligd aangezicht gespuwd.
  9. Jezus is overladen met versmadingen.
  10. Pilatus heeft Jezus aan het volk vertoond, zeggende: Ziet de mens.
9. Kruisdraging van Jezus
  1. Jezus werd veroordeeld om gekruist te worden.
  2. Jezus heeft zijn kruis met liefde omhelsd.
  3. Jezus heeft zijn kruis op zijn doorwonde schouder gedragen.
  4. Jezus wordt tussen twee moordenaars voortgestuwd.
  5. Jezus bezwijkt onder het kruis om onze zonden.
  6. Jezus beladen met zijn kruis, ontmoet zijn bedroefde Moeder.
  7. Jezus wordt beweend door medelijdende vrouwen van Jeruzalem.
  8. Jezus zeide haar: Handelt men zo met het groene hout, wat zal er dan met het dorre geschieden?
  9. Niemand wil Jezus zijn kruis helpen dragen.
  10. Jezus klimt voor ons op de berg van Calvarië.
10. Kruisdood van Jezus
  1. Jezus wordt onmenselijk op het kruis uitgerekt.
  2. Jezus' handen en voeten doornageld.
  3. Jezus werd aan het kruis opgericht en zijn wonden vloeiden van het bloed.
  4. Jezus bidt voor zijn vijanden.
  5. Jezus belooft de moordenaar het Paradijs.
  6. Jezus beveelt de H. Johannes aan zijn H. Moeder.
  7. Jezus, dorst hebbende, wordt met gal en edik gelaafd.
  8. Jezus heeft uitgeroepen: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten!
  9. Jezus zeide: Het is volbracht.
  10. Jezus heeft zijn geest gegeven en zijn hart voor ons laten openen.

De vijf glorievolle geheimen

11. Verrijzenis van Jezus
  1. Jezus is ten derde dage roemrijk verrezen.
  2. Jezus heeft dood en hel overwonnen.
  3. Jezus heeft de oudvaders getroost en verlost.
  4. Jezus verblijdt zijn H. Moeder.
  5. Jezus verschijnt als een hovenier aan Maria Magdalena.
  6. Jezus vertoont zich aan Petrus.
  7. De leerlingen van Emmaüs zeiden: Waren onze harten niet branden van liefde, als Hij tot ons sprak?
  8. Jezus staat in het midden van zijn leerlingen en wenst hun allen de vrede.
  9. Jezus toont zijn roemrijke wonden aan de H. Thomas.
  10. Thomas roept uit: O mijn Heer en mijn God!
12. Hemelvaart van Jezus
  1. Jezus vaart roemvol ten hemel.
  2. Jezus klimt op door zijn eigen macht.
  3. Jezus scheidt van zijn lieve vrienden.
  4. Jezus belooft met hen te blijven tot het einde der wereld.
  5. Jezus belooft hun de H. Geest.
  6. De leerlingen hebben Jezus aanschouwd en Hij heeft hen allen gezegend.
  7. Jezus heeft voor ons de hemel geopend.
  8. Jezus zit aan de rechterhand van zijn hemelse Vader.
  9. Jezus toont zijn H. Wonden voor ons aan zijn hemelse Vader.
  10. Jezus is onze middelaar in de hemel.
13. Zending van de H. Geest
  1. Jezus heeft de H. Geest gezonden.
  2. Jezus heeft de Trooster gezonden.
  3. Jezus heeft het vuur op de wereld gezonden.
  4. De H. Geest heeft de harten in liefde ontstoken.
  5. De H. Geest heeft de verstanden verlicht.
  6. De H. Geest heeft de harten versterkt.
  7. De H. Geest heeft verscheidene talen doen spreken.
  8. De H. Geest heeft zijn gaven uitgedeeld.
  9. Kom, H. Geest, bezoek de harten van uw gelovigen.
  10. Kom, H. Geest, ontsteek in ons het vuur van uw liefde.
14. Hemelvaart van Maria
  1. Maria is opgeklommen ten hemel.
  2. De hemelse Vader ontvangt zijn beminde Dochter.
  3. Jezus omhelst zijn lieve Moeder.
  4. De H. Geest verwelkomt zijn lieve Bruid.
  5. De serafijnen groeten Maria.
  6. De engelen dienen Maria.
  7. Geheel de hemel is verblijd door Maria.
  8. Maria zit het naaste bij Jezus.
  9. Maria is onze moeder en middelares in de hemel.
  10. Maria is onze voorspreekster bij haar lieve Zoon.
15. Kroning van Maria
  1. Maria is roemvol gekroond in de hemel.
  2. Maria gekroond om haar serafijnse liefde.
  3. Maria gekroond om haar engelachtige zuiverheid.
  4. Maria gekroond om haar grote ootmoedigheid.
  5. Maria gekroond om haar volmaakte gehoorzaamheid.
  6. Maria gekroond om haar grote voorzichtigheid.
  7. Maria gekroond om haar heilige ingetogenheid.
  8. Maria gekroond om haar heldhaftig geduld in het lijden.
  9. Maria gekroond om haar volharding in alle deugden.
  10. Maria boven alle engelen en heiligen in de hemel gekroond, gelijk de Moeder van God toekomt.

14 mei 2021

Pinksternoveen

Het is goed gebruik om in de dagen na Hemelvaart de gebeden van de Pinksternoveen te verrichten. Daarmee smeken we de genade van de Heilige Geest in ons leven af. Op 17 april 1934 werd op de samenkomst van de pastoors van het bisdom Den Bosch daaraan herinnerd.

Collectio Epistolarum Pastoralium (deel 7, blz. 511)

"Het oude Formularium Precum moet met ingang van 1 Mei a.s. in alle kerken en kapellen van het Bisdom buiten gebruik gesteld en door het nieuwe vervangen worden.
Het is noodzakelijk, dat in elke kerk of kapel ten minste twee exemplaren van dit nieuwe Formularium ten gebruike beschikbaar zijn.
In dit nieuwe Formularium zijn op bladz. 14 opgenomen: Gebeden voor de Pinksternoveen.
Wij schrijven voor, dat deze gebeden voortaan daar waar geen Lof gehouden wordt op die dagen, 's morgens vóór of na een der gestelde HH. Missen zullen geschieden in plaats van het in Syn. Dioec. n. 303* in fine voorgeschreven Veni Creator."

*bedoeld worden hier de statuten van het bisdom, waar inderdaad in artikel 303 sprake is van Veni Creator gedurende de negen dagen voor Pinksteren.

Gebeden van de Pinksternoveen (Formularium Precum)

Kom, Heilige Geest, vervul de harten van uw gelovigen en ontsteek in hen het vuur van uw liefde.
V. Zend uw Geest uit en alles zal herschapen worden;
R. En Gij zult het aanzien van de aarde vernieuwen.
Laat ons bidden. God, Gij hebt de harten van de gelovigen door de verlichting van de Heilige Geest onderwezen; geef, dat wij door die Heilige Geest de ware wijsheid mogen bezitten en ons altijd over Zijn vertroosting mogen verblijden. Door Christus, onze Heer.
A. Amen.

Driemaal: "Wees gegroet".

13 mei 2021

's Heren Hemelvaart

Een drietal gebeden uit "Nova et Vetera" op dit hoogfeest van de Hemelvaart van onze Heer Jezus Christus.

Dankgebed voor de Kerk

Heiland, die ten Hemel gestegen, troont aan de rechterhand des Vaders, als Hogepriester der Schepping voortdurend pleitende voor ons met uw Heilige Wonden: wij verheugen ons over uw glorie en uiteindelijke triomf. En wij danken U, dat Gij niettemin volgens uw woord met ons zijt tot aan het einde der tijden; dat Gij woont in ons midden in uw H. Sacrament; dat Gij in uw Kerk en haar bedienaren nog steeds uitgaat over de aarde om alle volken uw blijde boodschap te brengen en uw heil. En wij bidden U, dat Gij ook ons weldra de beloofde H. Geest moogt zenden, tot sterking en troost, en opdat Hij volgens het Schriftuurwoord voor U het aanschijn der aarde vernieuwe. Amen.

Een gebed uit de Ambrosiaanse ritus

God, die uw Kerk in de schriftuurlijke leer beveelt zich te bezinnen op hetgeen hierboven is (Kolossenzen 3, 1), en zich te verheffen tot die hoogte waarheen de Zaligmaker der wereld is opgegaan: geef aan uw volk verstandelijk het heil te vatten dat velen destijds mochten aanschouwen; opdat wij bij de tweede komst van onze Middelaar verrijkt mogen worden met de zaligheid, die Hij in het vooruitzicht stelde voor hen die geloofd zouden hebben. Door dezelfde Christus onze Heer. Amen.

Jezus, de Weg, de Waarheid en het Leven

Heer Jezus Christus, die zijt de Weg, de Waarheid en het Leven: wij smeken U, laat niet toe dat wij afdwalen van U, onze Weg; nimmer twijfelen aan U, onze waarheid; nooit een doodzonde bedrijven tegen u, ons Leven. Richt Gij onze schreden, licht Gij ons voor, opdat we veilig mogen aanlanden in het Huis des Vaders, waar Gij ons een plaats zijt gaan bereiden. Amen.

12 mei 2021

Forma introductionis parochorum (installatie van een pastoor)

Uit de statuten van het bisdom Den Bosch geef ik hier de volledige tekst (in het Latijn, waarin het origineel gesteld is, gevolgd door een Nederlandse vertaling die van mijn eigen hand is), van de installatie van een pastoor. Deze is te vinden in appendix II (blz. 155) van de statuten.

Forma introductionis parochorum

Cantatur vel legitur Veni Creator cum V. et oratione. Decanus, introducturus novum parochum, ipsum indutum superpelliceo et stola albi coloris (quibus et decanus indutus esse debet), ducit ad altare maius, ubi antea parata sunt claves ecclesiae, calix, missale et paramenta sacerdotalia complicata. Acceptas de manu novi parochie litteras institutionis praelegit coram praesentibus duobus testibus et fidelibus.

Dein iubet ipsum genuflexum ante altare maius edere iuramentum consuetum in hunc modum: - Iuro et promitto obedientiam, reverentiam et honorem Summo Pontifici NN., Excmo ac Rmo Dno NN. Ordinario dioecesis Buscoducensis eiusque successoribus. Item iuro ac promitto pastoratui meo in NN. fideliter deservire, et ibidem personaliter residere, secundum oneris alli ennexi exigentiam; bona pastoratus et ecclesiae meae non alienabo, indebite alienata, quantum in me erit, fideliter recuperare studebo. Specificationem omnium fructuum pastoratus mei et ecclesiae meae, cum debita designatione hypothecarum, limitum et terminorum, si exigatur, Excmo ac Rmo Ordinario dioecesis nostrae tradam: Sic me Deus adiuvet et haec sancta Dei Evangelia: manu dextra posita super evangelium.

Quibus peractis, decanus ascendit ad medium altaris, illud osculatur, ibidemque novo parocho, qui cum decano ascenderat, tradit claves ecclesiae, dicens: Traditione clavium istarum pono te et constituo in reali et actuali possessione huius pastoratus in NN., cum omnibus privilegiis, iuribus et proventibus. Tum novus parochus aperit tabernaculum et genuflectit ante SS. Sacramentum. Decanus dicit: 

In traditione calicis, missalis etc.
In signum realis et actualis possessionis huius pastoratus in NN., trado tibi calicem, missale et paramenta sacerdotalia altaris maioris.

Post haec, clauso tabernaculo, uterque vadit ad suggestum etc., ut infra, et decanus dicit:

Ad suggestum.
Ascende in hanc cathedram, et utere potestate annuntiandi sancta Iesu Christi Evangelia, praedicandi Dei verbum, populum tibi commisum a vitiis compescendi et ad virtutes adhortandi in Spiritu sancto Dei. Amen.

Ad sedem confessionalem.
Exerce in hoc tribunali datam tibi potestatem iudicandi et absolvendi populum tibi commisum in remissionem peccatorum, in augmentum gratiae et in praemium vitae aeternae. Amen.

Ad baptisterium, quod neo-parochus manu tangit, aperit et claudit.
Dominus Iesus, qui dixit discipulis suis: Ite, docete omnes gentes, baptizantes eos in nomine Patris, et Filii, et Spiritus Sancti: det tibi gratiam, ut per lavacrum regenerationis Ecclesiae eius populum aggegare valeas. Amen.

Ad sacristiam.
Accipe possessionem ecclesiae in NN., iurium, redituum et omnium ad eam pertinentium, ad providendum cultui Dei et ecclesiae necessitatibus. Amen.

Denique ad altare reversus, neo-parochus flectit in infimo gradu altaris, et decanus ipsi dicit:
Ego te pono et constituo et induco in realem et actualem possessionem pastoratus huius in N.N., iuxta litteras institutionis, in nomine Patris, et Filii, + et Spiritus Sancti. Amen.

Quo factus, decanus ad introductum, populumque congregatum monita quaedam salutaria dirigit. Tandem, aperto rursus tabernaculo, more solito cantatur "Tantum ergo" etc., et datur a parocho benedictio cum SS. Sacramento.

Formule voor de installatie van pastoors

Men zingt of leest Veni Creator met het vers en gebed. De deken, die de nieuwe pastoor zal installeren, welke bekleed is met superplie en witte stool (waarmee ook de deken bekleed moet zijn), leidt hem naar het hoogaltaar, waar eerder al de sleutels van de kerk, de kelk, het missaal en de gevouwen priesterlijke misgewaden zijn klaargelegd. Nadat hij de aanstellingsbrief uit de handen van de nieuwe pastoor ontvangen heeft, leest hij hem in tegenwoordigheid van twee getuigen en de gelovigen voor.

Daarna beveelt hij hem om geknield voor het hoogaltaar de gebruikelijke eed af te leggen op deze wijze: "Ik zweer en beloof gehoorzaamheid, ontzag en eerbewijs aan Paus NN., aan Zijne Excellentie, de hoogeerwaarde heer NN. ordinarius van het bisdom Den Bosch en zijn opvolgers. Ik zweer en beloof ook mijn pastoraat in NN. trouw te vervullen, en daar persoonlijk te wonen, volgens de daaraan verbonden last; de tijdelijke goederen van mijn pastoraat en kerk zal ik niet vervreemden, en al het vervreemde zal ik, voorzover het in mijn macht is, getrouw proberen terug te krijgen. Een specificatie van al de vruchten van mijn pastoraat en mijn kerk, met een duidelijk overzicht van hypotheken, grenzen en termijnen, zal ik op verlangen aan Zijne Excellentie, de hoogeerwaarde ordinarius van ons bisdom geven: zo waarlijk helpe mij God en deze heilige Evangeliën Gods," met de rechterhand op het evangelie.

Als dit gedaan is, gaat de deken op naar het midden van het altaar, kust het, en geeft de nieuwe pastoor (die met de deken de trappen op is gegaan) de sleutels van de kerk, zeggende: "Door de overhandiging van de sleutels stel ik u aan en bevestig ik u in het werkelijke en tegenwoordige bezit van dit pastoraat in NN., met alle voorrechten, rechten en voorzieningen." Dan opent de nieuwe pastoor het tabernakel en knielt voor het Allerheiligst Sacrament. De deken zegt:

Bij het overhandigen van kelk, missaal etc.
"Als teken van het werkelijke en tegenwoordige van het pastoraat in NN., geef ik u de kelk, het missaal en de priesterlijke misgewaden van het hoogaltaar."

Hierna, nadat het tabernakel gesloten is, gaan ze van daar naar de preekstoel etc., zoals hierna beschreven, en de deken zegt:

Bij de preekstoel.
"Ga op dit gestoelte en gebruik uw macht om het heilig Evangelie van Jezus Christus te melden, om het woord Gods te verkondigen, om het volk dat u is toevertrouwd tegen ondeugden te bedwingen en tot de deugden aan te sporen in de Heilige Geest Gods. Amen."

Bij de biechtstoel.
"Oefen in dit tribunaal de macht uit, die u gegeven is om het volk dat u is toevertrouwd te oordelen en vrij te spreken, in de vergeving der zonden, in de vermeerdering van genade en de toezegging van het eeuwig leven. Amen."

Bij de doopvont, welke de nieuwe pastoor met de hand vastgrijpt, opent en sluit.
"De Heer Jezus, die tot zijn leerlingen gezegd heeft: Gaat, en leert alle volkeren, en doopt hen in de naam van de Vader, en de Zoon, en de Heilige Geest: hij geve u genade, opdat gij door het bad der wedergeboorte het volk van zijn Kerk moogt laten toenemen. Amen."

Bij de sacristie.
"Aanvaard het bezit van de kerk in NN., de rechten, inkomsten en alles wat haar toebehoort, om de eredienst aan God en wat voor de kerk nodig is te verzorgen. Amen."

Daarna aan het altaar teruggekeerd, knielt de nieuwe pastoor op de onderste tree van het altaar, en de deken zegt tot hem:
"Ik plaats en stel u in het werkelijke en tegenwoordige bezit van het pastoraat in NN., volgens de aanstellingsbrief, in de naam van de Vader, en de Zoon, + en de Heilige Geest. Amen."
Zodra dit gebeurd is, richt de deken tot de geïnstalleerde en tot het verzamelde volk enige heilzame woorden. Daarna wordt het tabernakel geopend, zingt men volgens gebruik "Tantum ergo" etc., en geeft de pastoor de zegen met het Allerheiligst Sacrament.

11 mei 2021

Dat men al zijn hoop en vertrouwen op God alleen moet vestigen

De Navolging van Christus - 3e boek, hoofdstuk 59

Heer, wat is mijn vertrouwen in dit leven? Of wat is mijn grootste troost van alles, wat zich onder de hemel vertoont? Zijt Gij het niet, Heer, mijn God, wiens barmhartigheid oneindig is? Waar is het mij ooit wél geweest zonder U? Of waar kon 't mij kwalijk gaan, als Gij bij mij waart?

Liever wil ik arm zijn om uwentwil, dan rijk zonder U. Ik verkies liever op aarde met U om te zwerven, dan zonder U de hemel te bezitten. Waar Gij zijt, daar is de hemel; en dáár is de dood en hel, waar Gij niet zijt. Naar U smacht mijn verlangen: en daarom moet ik wel tot U zuchten, roepen en smeken.

Op niemand tenslotte, kan ik volkomen vertrouwen, dat hij mij in mijn noodwendigheden naar wens zal helpen, dan op U alleen, mijn God! Gij zijt mijn hoop, Gij mijn vertrouwen en trouwste vriend in alles.

Allen zoeken het hunne (1): Gij beoogt alleen mijn zaligheid en mijn volmaking: en doet voor mij alles ten goede keren (2). Ook wanneer Gij mij aan allerlei bekoringen en wederwaardigheden blootstelt, beschikt Gij dat alles tot mijn welzijn, Gij, die gewoon zijt op duizenderlei wijze uw geliefden te beproeven. In die beproeving moet Gij niet minder bemind en geprezen worden, dan indien Gij mij met hemelse vertroosting vervuldet.

In U dan, Heer, mijn God, vind ik al mijn hoop en mijn toevlucht: in uw handen beveel ik al mijn kommer en angst; want alles is even zwak en onbestendig wat ik buiten U aanschouw. Want vele vrienden zullen mij niet baten, en machtige beschermers zullen mij niet kunnen helpen; verstandige raadslieden geen goede raad geven, noch de boeken der geleerden mij troosten; geen kostbaar goed kan mij redden, geen enkele verborgen en liefelijke plaats mij beveiligen, zo Gij zelf mij niet bijstaat, helpt, versterkt, vertroost, onderricht en bewaart. Want alles, wat tot vrede en geluk schijnt te strekken, is, zo Gij ontbreekt, nietswaardig en brengt in waarheid generlei geluk aan.

De voltooiing van alle goed, de volheid des levens, de bronwel van alle wijsheid zijt Gij; en op U boven alles te hopen, is de krachtigste troost voor uw dienaren. Tot U zijn mijn ogen gericht; op U vertrouw ik, mijn God, Vader der barmhartigheden.

Zegen en heilig mijn ziel met hemelse zegen, opdat zij uw heilige woning worde en de zetel uwer eeuwige heerlijkheid; en dat er in deze tempel van uw grootheid niet gevonden worde, dat aan de ogen van uw majesteit zou kunnen mishagen. 

Naar de omvang van uw goedertierenheid en de menigte van uw ontfermingen: blik op mij neer (3); en verhoor het gebed van uw arme dienaar, die verre van U als balling omzwerft in een land van doodse duisternis (4). 

Bescherm en bewaar de ziel van uw dienstknecht onder zovele gevaren van dit vergankelijk leven; en voer ze, onder het geleide van uw genade, langs de weg van de vrede naar het Vaderland der eeuwige heerlijkheid. Amen.

  1. Filippenzen 2, 21
  2. Romeinen 8, 28
  3. Psalm 50 (51), 3 en Psalm 68 (69), 17
  4. Jesaja 9, 2

10 mei 2021

Gebed tot de allerzaligste Maagd Maria voor de zielen in het vagevuur

O Maria, wier moederlijke teerhartigheid voor uw dienaren en kinderen ook de palen van dit sterfelijk leven overschrijdt, gij, die aan uw dienares, de H. Birgitta, gezegd hebt: "Ik ben de Moeder van alle zielen, die lijden in het vagevuur en ik verzacht onophoudelijk hun smarten door mijn gebeden," wij smeken u ten gunste van deze eeuwige bruiden van uw goddelijke Zoon Jezus Christus, die in deze wrekende vlammen alle schulden, die zij door hun zonden gemaakt hebben, ten strengste moeten betalen. 

Wij bevelen u in het bijzonder de zielen van onze gestorven (voor)ouders aan, bloedverwanten, vrienden en weldoeners, de zielen die ter onzer oorzaak lijden, en die, welke het meest verlaten zijn. 

O Maria, laat uw hart bewegen door de gebeden van uw kinderen, die de aarde reeds hebben verlaten, maar nog niet waardig zijn in het hemels vaderland, waar niets bevlekt mag ingaan, opgenomen te worden. Hoor toch hun klagend geroep, zie hun bittere tranen, voeg daarbij uw krachtige voorspraak, opdat het Bloed van Jezus Christus en de verdiensten van uw smarten hun overvloedig toegevoegd mogen worden. Verzacht hun pijnen, verkort hun ballingschap, o Maria! Open hun de poorten van die afgrond, geleid hen zelf de verblijfplaats van het hemelse Jeruzalem binnen, opdat zij er in alle eeuwigheid uw goedheid en uw barmhartigheid verkondigen. Amen.


 *ontleend aan "Maria, de altijddurende bijstand der Christenen"

09 mei 2021

Gebed om Priesterroepingen

Het Formularium Precum bevat een gebed (dat in ieder geval op de dagen dat er gecollecteerd werd voor het seminarie vanaf de preekstoel werd gebeden, getuige een aanwijzing in het Formularium Precum).



"O Heer, die wilt dat allen zalig worden, schenk aan Uw volk vele en ijverige priesters, opdat de mensen geen gebrek hebben aan leiders op de weg, die voert naar de hemel.

Laat, o Heer, de jongelingen de grote waarde en de hoge eer van een roeping tot het H. Priesterschap beseffen en stort in veler harten een brandend verlangen, om als priesters met Uw Goddelijke Zoon mede te werken tot zaliging der mensen.

Wanneer Gij, o Heer, het kostbare zaad ener H. Roeping werpt in een reine jongensziel, dat het dan niet verstikt worde door de wufte geest der wereld, die slechts in genot het geluk der mensen zoekt; maar dat het door edelmoedige medewerking met Uw Goddelijke Voorzienigheid, heerlijk opschiete en rijke vruchten voortbrenge.

Geef aan de vaders en moeders licht en kracht, opdat zij gaarne hun kinderen schenken voor de dienst Uwer altaren en met wijze en doeltreffende maatregelen de H. Roeping hunner zonen bevorderen en tegen de verleiding beschermen.

De oogst is groot; doch werklieden zijn er weinig. Zend, o Heer, werklieden in Uw oogst, die met heilige ijver bezield, zich zelf vergetend, slechts werken voor Uwe glorie en voor het heil der onsterfelijke zielen.

Dit vragen wij door Uw Goddelijke Zoon, die met U leeft en heerst in de eenheid van de H. Geest, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

H. Maria, zonder zonde ontvangen, bid voor ons.

H. Jozef, bid voor ons.

H. Johannes Evangelist, Patroon van ons Bisdom, bid voor ons.

Onze Vader. - Wees gegroet."

08 mei 2021

Litanie van O.L. Vrouw van Loreto (2)

Gisteren schreef ik over de Lauretaanse Litanie. Het schoot mij te binnen, dat deze ook na de Mis gebeden moet worden. Daarover hebben de bisschoppen van Den Bosch herhaaldelijk geschreven. Helaas heb ik niet alle banden van de "Collectio epistularum pastoralium", de verzameling van brieven en instructies die van het bisdom zijn uitgegaan. De verwijzing, waarvan hieronder in het eerste stukje sprake is, kan ik dus niet nagaan.

Communicanda pro anno 1918 (band 6, bladzijde 186)

"In Coll. Epist. IV p. 482 werd voorgeschreven, dat bij het bidden van de Lauretaanse Litanie na de Mis niets mocht worden veranderd, tenzij anders besloten was. Nu besluiten wij echter, dat in het vervolg nog steeds na de Mis deze Litanie gelezen wordt, onder toevoeging van de aanroeping Koningin van vrede, bid voor ons, met de conclusie zoals deze in de nieuwste editie van het Rituale Romanum is voorgeschreven. Voornoemde Litanie komt ook in de volkstaal voor in het boekje, getiteld Formularium Precum (hetwelk voor het gebruik door priesters bestemd is), verzorgd door de Liturgische Vereniging van Den Bosch, uitgegeven door G. Mosmans Zoon, te 's-Hertogenbosch.

Als op de eerste vrijdag van de maand omwille van de door Ons toegestane vroomheidsoefeningen na de Mis de Litanie van het Allerheiligst Hart van Jezus wordt gelezen, mag men de Lauretaanse Litanie van Onze Lieve Vrouw overslaan, zoals het ook in de maand juni toegestaan is."

Circulaire van 5 september 1919 (band 6, bladzijde 306)

"De Lauretaanse Litanie, welke zoals tevoren naar eeuwigdurend gebruik na de Mis wordt gezegd uit dankzegging voor het behoud van het geloof in onze streken, moet altijd in de volkstaal gezegd worden. We worden aangespoord om het volk van het voornoemde doel op de hoogte te brengen, en dat de priesters na de gebeden die door de paus zijn voorgeschreven (behalve wanneer men die gebeden om een andere reden mag overslaan) de Litanie geknield op de laagste altaartrede aanheffen, en niet onduidelijk uitgesproken of haastig, maar met grote devotie, opdat het volk (of de misdienaar, indien de priester alleen celebreert) op elke aanroeping kan antwoorden: bid voor ons. De uitzonderingen, waarop men de Litanie kan overslaan, zoals eerder gesteld werd, blijven intact."

Communicanda pro anno 1934 (band 7, bladzijde 485-486)

"In het vervolg wordt op iedere eerste vrijdag van de maand na alle gestelde Missen met luide stem in de volkstaal, in plaats van de Lauretaanse Litanie, de Litanie van het Allerheiligst Hart van Jezus gezegd. Hetzelfde staan wij toe in private Missen die op dezelfde dag gelezen worden.
Wij willen, dat als het nodig is, het volk er op gewezen wordt dat ze niet voor het einde van de eredienst de kerk verlaten.
Om een eenvormigere praktijk te verkrijgen, besluiten wij dat op zondagen en verplichte feestdagen na gezongen Missen in het vervolg de Lauretaanse Litanie wordt weggelaten."


Statuten

Dat er in de statuten van het bisdom (1938) geen sprake meer is van het bidden van deze Litanie na de Mis, doet mij vermoeden dat het gebruik omtrent die tijd is afgeschaft of op z'n minst niet meer verplicht gesteld. Ik kan daarvoor echter geen positief bewijs vinden. Mocht iemand weten hoe het zit, dan hoor ik het graag.

07 mei 2021

Litanie van O.L. Vrouw van Loreto (1)

In de statuten van het Bisdom Den Bosch was vastgelegd dat in de maand Mei op bijzondere wijze de Mariaverering centraal moest staan. Daarom werd het volgende verordend:

"De heilige bedienaren moeten met hart en ziel hun best doen om bij hun getrouwe kudde de viering van de Meimaand ter ere van onze beminnenswaardigste Moeder Maria te bevorderen. Waaromtrent wij deze norm vastleggen:

  1. In alle kerken en kapellen, waarover een Rector is aangesteld, wordt de troon of het altaar van de Heilige Maagd Maria en de plaats eromheen schoon en degelijk versierd. Men dient ervoor te waken dat noch door de versiering, noch door de plaats, noch door de uitbundigheid, het Allerheiligst Sacrament wordt verduisterd. Zie ook C.I.C. canon 1268§4.
  2. Op de eerste dag van deze maand zingt men 's avonds het Lof met uitstelling van het Allerheiligst Sacrament in de monstrans, waaronder door priester en volk het rozenhoedje van vijf tientjes wordt gebeden.
  3. Op de eerste dag, of als dat beter lijkt, de eerste zondag van deze maand wordt tijdens een Mis volgens de plechtige ritus, of tijdens het Lof 's avonds het Allerheiligst Sacrament in de monstrans uitgesteld. En tijdens het Lof wordt het rozenhoedje van vijf tientjes gebeden, tenzij er een processie wordt gehouden.
  4. Gedurende deze maand wordt op elke zondag, elke donderdag en vrijdag 's avonds het Lof gehouden, gedurende welke de priester met het volk de Litanie van Onze Lieve Vrouw van Loreto bidt, of ook het rozenhoedje. 
  5. Op de laatste dag van deze maand wordt het Lof gezongen met uitstelling van het Allerheiligst Sacrament in de monstrans; op het einde daarvan zingt men het gezang Te Deum."
Dan volgt hier de tekst uit het Formularium Precum (in de voetnoot wordt ook nog eens verwezen naar de statuten van het bisdom):





Gebed voor de Paastijd

Geloofd zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, die in zijn grote barmhartigheid, door de verrijzenis van Jezus Christus uit de doden, ons deed herboren worden tot een levende hoop, tot een onbederfelijke, onbezoedelde en onvergankelijke erfenis, die in de Hemel voor ons is weggelegd (I Petr. 1, 3-4). 

Wij brengen U dank, o Vader onze God, dat Gij door de verschijningen van uw Zoon aan zijn leerlingen na zijn opstanding, het ons duidelijk hebt gemaakt dat de dood geen macht meer over Hem heeft, en dat met Hem ook wij mogen ingaan door de dood tot een leven van eeuwige heerlijkheid.

Wij danken U, Jezus onze Heiland, dat Gij door uw verrijzenis ons de zekerheid hebt willen geven, dat die in uw voetspoor de dood ingaan, met U geraken zullen tot een leven van zalige onsterfelijkheid, ook voor het lichaam.

Wij prijzen ook U, Heilige Geest, die in ons binnenste getuigt dat wij kinderen zijn van God, en indien kinderen dan tevens erfgenamen met Christus. En daarom aanvaarden wij des te gewilliger de beproevingen die Gods hand ons oplegt, opdat wij, met Christus lijdend, met Hem ook mogen verdienen te worden verheerlijkt (Rom. 8, 16-17). Amen.  

*ontleend aan Nova et Vetera

06 mei 2021

Johannes voor de Latijnse Poort

De vertaling van het stuk uit de kerkvaders dat van oudsher op dit feest werd gelezen, is ontleend aan het Romeinsch Brevier. Op dit feest gedenkt men dat de Apostel Johannes in kokende olie werd ondergedompeld, maar daar op wonderbare wijze levend en gezond uit kwam.



Uit het boek van de heilige Hiëronymus, Priester, tegen Jovinianus.

De Apostel Johannes, een van de leerlingen des Heren, die, naar gemeld wordt, de jongste was der Apostelen, en die ongehuwd was toen hij tot het geloof in Christus werd geroepen, bleef dit; daarom ook werd hij meer door de Heer bemind, en rustte aan Jezus' borst; en omdat Petrus, die gehuwd was geweest, niet durfde ondervragen, vroeg hij hem te ondervragen. En toen na de verrijzenis Maria Magdalena boodschapte dat de Heer verrezen was, ijlden beide naar het graf, doch Johannes kwam het eerst daar; toen zij op het schip waren en visten op het meer van Genesareth, stond Jezus op het strand, en de Apostelen wisten niet wie zij zagen; slechts de maagd herkende de Maagd, en zei tot Petrus: "Het is de Heer."

Johannes nu was zowel Apostel, als Evangelist en Profeet: Apostel, omdat hij als leraar schreef aan de kerken; Evangelist, omdat hij een van de Evangeliën samenstelde, hetgeen, Mattheüs uitgezonderd, niemand der Apostelen gedaan heeft; Profeet, want op het eiland Patmos waarheen hij door keizer Domitianus verbannen was wegens zijn getuigenis over Christus, zag hij de Openbaring welke talloze geheimenissen aangaande de toekomst bevat. Tertullianus echter vermeldt dat hij te Rome in een ketel met kokende olie gedompeld werd, en er gezonder en welgedaner uitkwam dan hij er was ingegaan.

Doch ook zijn Evangelie zelf verschilt veel van de andere. Mattheüs begint alsof hij schreef over een mens: "Het boek van het geslacht van Jezus Christus, de zoon van David, de zoon van Abraham;" Lucas begint met het priesterschap van Zacharias; Marcus met de profetie van Malachias (Maleachi) en Isaïas (Jesaja). De eerste heeft als symbool het voorkomen van een mens wegens de geslachtslijst; de tweede dat van een kalf, wegens het priesterschap; de derde dat van een leeuw, wegens "de stem van de roepende in de woestijn: Bereidt de weg des Heren, maakt zijn paden recht." Onze Johannes echter vliegt als een adelaar omhoog, en komt tot de Vader zelf, zeggende: "In het begin was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God."

Tekens in de Trappistenorde

In de Trappistenorde is het gebruikelijk om zo min mogelijk te spreken en waar mogelijk te communiceren met gebaren. Uit het handboek van 1896 komen de bijgevoegde foto's. Men ziet dat het met de eeuwen een complexe taal is geworden. Interessant is om te zien welke woorden blijkbaar veel gebezigd werden binnen de kloostermuren en waarvoor er dus behoefte was aan een gebaar.































05 mei 2021

Gebeden voor en na de onderrichting

Uit de statuten van het bisdom Den Bosch (Pars II, sectio quarta, caput II: De Sacris Concionibus)

341. Het Provinciaal Concilie schrijft in overeenstemming met C.I.C. 1344§1 voor dat op zondagen en verder op alle verplichte feestdagen door de pastoor een homilie wordt gehouden, in het bijzonder in de Mis waarin de grootste aanwezigheid van het volk verwacht wordt. Daarom besluiten we:
  1. Op de hoogfeesten van Pasen, Pinksteren en het Kerstmis van Onze Heer Jezus Christus voldoet één preek, op één der beide feestdagen.
  2. Wij staan bovendien toe, dat men de preek overslaat op het feest van Allerheiligen, indien dit feest onmiddellijk aan de zondag voorafgaat.
  3. Wij besluiten dat pastoors, die alleen in de zielzorg werkzaam zijn, aan de verplichting die in de genoemde canon wordt genoemd voldoen, wanneer zij op zondagen en verplichte feestdagen afwisselend een homilie of onderrichting houden in een Mis naar keuze, behalve als hen dit te zwaar valt omwille van ouderdom of ziekte of omdat 's middags al twee maal de stem gebroken is. In deze gevallen is het genoeg om om de anderste Mis een preek of onderrichting te houden.
342. Voor de homilie of preek worden in de volkstaal het Epistel en het eerste Evangelie van de Mis gelezen, waaruit de predikant dikwijls stof tot spreken kan halen. Om de gelovigen de juiste eerbied en vroomheid ten opzichte van het geopenbaarde woord Gods bij te brengen, worden de gelovigen uitgenodigd om staande het Evangelie te beluisteren, wanneer dit in de volkstaal wordt voorgelezen. Omwille van de uniformiteit bij het voorlezen van Epistel en Evangelie dient gebruik te worden gemaakt van de editie die onder de naam "Pericopen" is uitgebracht.

343. Het Provinciaal Concilie schrijft overeenkomstig canon 1345 voor "dat in andere Missen, die op zondagen en verplichte feestdagen op de vastgestelde uren worden gevierd, een korte onderrichting gehouden wordt om het volk in de christelijke plichten te onderwijzen of het een en ander uit te leggen, dat betrekking houdt tot de Sacramenten en de rijke schat van de kerkelijke liturgie". Gebruikmakend van de tegemoetkoming van datzelfde Provinciaal Concilie staan we toe dat deze onderrichting wordt overgeslagen op de zondagen van Pasen, Pinksteren, Passiezondag, Palmzondag en de eerste zondag na Pasen en Pinksteren; verder op het feest van Allerheiligen en de Geboorte des Heren; verder op zondagen of feesten, waarop de eeuwigdurende Aanbidding, het 40-urengebed of de plechtige Communie plaatsvindt. In hoogstens zes jaar tijd wordt de Catechismus doorlopen. Daar moet degene die in plaats van een ander komt goed op letten, opdat hij de uitleg begint waar zijn voorganger geëindigd is.

344. De onderrichting wordt voorafgegaan door de gebeden Onze Vader, Weesgegroet, de geloofsbelijdenis van de Apostelen, waaraan men de intentie toevoegt "Voor het behoud des geloofs", of men kan naar keuze het Evangelie van de zondag voorlezen. Ze wordt echter afgesloten met de acten van geloof, hoop, liefde en berouw; welke gebeden men gezamenlijk, langzaam en duidelijk uitspreekt, opdat het volk ze goed kan horen bidden. Men gebruikt de formules, die in de catechismus van onze Kerkprovincie zijn overgeleverd.

345. Als er in een parochie openbare of semi-openbare kapellen zijn, waar de gelovigen op zon- en feestdagen samenkomen, om hun kerkelijke verplichtingen te vervullen, moet daar de provinciale en diocesane verplichting omtrent het houden van een preek en onderrichting onderhouden worden. Wanneer daar niet aan voldaan kan worden, dan willen wij dat zo'n kapel op zondagen en feesten niet wordt opengesteld voor het volk.

346. De preek en onderrichting, waarover hier gesproken wordt, moet bij voorkeur gehouden worden na het eerste Evangelie van de Mis. En omdat bij de lezing ook de toon in de zielen van de toehoorders veel uitmaakt, verbieden wij het zonder onze toestemming voorlezen van preken of onderrichtingen.

347. Opdat de aandacht van het volk niet verslapt, willen wij dat de onderrichting tijdens de Mis in de regel niet langer duurt dan een kwartier, en de preek na goede overweging niet langer dan een half uur. Meditaties over het Lijden des Heren, die men in de Vastentijd houdt, kunnen volgens gebruik langer duren.


Uit het Formularium Precum





Gebed van de H. Casimirus tot O.L. Vrouw

Heilige Maagd, sieraad en roem van uw geslacht, gij, die de ganse wereld vereert en die zo hoog in de hemel verheven zijt, verhoor goedgunstig de gebeden van hen, die het zich tot een plicht rekenen uw lof te zingen; verwerf voor ons vergiffenis van onze zonden en maak ons de eeuwige gelukzaligheid waardig.

Wees gegroet, heilige Maagd, door U is voor de ongelukkigen de hemel ontsloten. De oude slang heeft U niet kunnen verleiden. Het deel, dat gij in onze verlossing hebt, maakt, dat wij op U ons ganse vertrouwen stellen, en wij hopen, dat wij ter wille van uw machtige voorspraak niet verloren zullen gaan. Behoed ons voor dat eeuwige vuur, waarin alle kwalen verenigd zijn, en bewerk door uw voorbede, dat wij een plaats in het rijk der gelukzaligen verwerven. 

Verkrijg voor ons een vlekkeloze reinheid, een stichtende bescheidenheid, een onverstoorbare zachtmoedigheid, een hart zonder geveinsdheid, een rechtschapen geest. Verwijder van ons alle neiging tot afgekeerdheid, ontsteek in ons hart een volmaakte liefde; doof alle kwade begeerlijkheid in ons uit. 

Verwerf ons de volharding tot het einde en laat ons bij u alle hulp vinden, die wij nodig hebben tegen de vijand van onze zaligheid. Amen.

*ontleend aan Maria, de altijddurende bijstand der Christenen

04 mei 2021

Het rozenkransgebed

De naam Rozenkrans wordt gebezigd zowel voor het bekende bidsnoer als voor de gebedsoefening eraan verricht. In strikte zin wordt er het grote snoer en de gebedsoefening der volledige vijftien tientjes mee bedoeld, terwijl dan het kleine snoer en het gebed der vijf tientjes Rozenhoedje heten. Doch het spraakgebruik noemt ook het Rozenhoedje veelal Rozenkrans.

Over de oorsprong van de Rozenkrans zijn de geleerden het niet eens. Het gebruik van bidsnoeren om bepaalde gebeden af te tellen is minstens zo oud als het christendom zelf en nog heden ten dage in het Oosten ook buiten de Kerk bekend. Het staat vast dat de woestijnvaders ermee vertrouwd waren.

Wat onze tegenwoordige Rozenkrans betreft, kunnen wij ons veilig vasthouden aan wat paus Benedictus XV daarover schreef in zijn Encycliek "Fausto appetente die" (1921): "De Koningin der Hemelen heeft zich bediend van de H. Dominicus om de Kerk haar heilige Rozenkrans te leren." Zij het dan ook niet van hem alleen. En in wat de paus er onmiddellijk op laat volgen, geeft hij tevens kernachtig aan wat de bedoeling van deze vrome oefening is: "dat bepaalde gebed dat tegelijk met mond en geest wordt verricht, door beschouwing der voornaamste mysteriën van de godsdienst, terwijl men vijftien malen het gebed des Heren en vijftien maal tien keren de begroeting van Maria herhaalt."

De "techniek" van de Rozenkrans is dus deze: men laat tong en lippen, waarmee wij anders zo dikwijls en zo schromelijk zondigen, op hùn wijze God en zijn H. Moeder eren, door het voortdurend en a.h.w. werktuigelijk uitspreken van twee schone en zinrijke, uit de Hemel zelf tot ons gekomen gebedsformules: het Onze Vader en het Weesgegroet. Dit vergt geen of weinig aandacht, want de bedoeling is ditmaal niet zich op te houden bij de betekenis der woorden, althans niet geregeld. De hogere vermogens, verbeelding, verstand en wil, blijven derhalve vrij om intussen aangewend te worden op de overweging der Geheimen, vijftien bepaalde Mysteriën uit het leven van Jezus en Maria, één voor elk "tientje", te weten:

De Blijde Geheimen

  1. De Engel Gabriël brengt de blijde boodschap aan Maria.
  2. Maria bezoekt haar nicht Elisabeth.
  3. Jezus wordt geboren in een stal van Bethlehem.
  4. Jezus wordt in de tempel opgedragen.
  5. Jezus wordt in de tempel wedergevonden.

De Droevige Geheimen

  1. Jezus bidt in doodsangst tot zijn hemelse Vader.
  2. Jezus wordt gegeseld.
  3. Jezus wordt met doornen gekroond.
  4. Jezus draagt zijn kruis naar de berg van Calvarië.
  5. Jezus sterft aan het kruis.

De Glorievolle Geheimen

  1. Jezus verrijst uit de doden.
  2. Jezus stijgt op ten hemel.
  3. De Heilige Geest daalt neder over de Apostelen.
  4. Maria wordt in de hemel opgenomen.
  5. Maria wordt in de hemel gekroond.
Voor deze korte meditatie der Geheimen kunnen zoveel methoden gebezigd worden als er hoofden zijn: men is volkomen vrij. Enkele wenken zullen echter aan menigeen niet onwelkom zijn.

Eerste methode

Onder het prevelen van het Onze Vader en de 10 Weesgegroeten stelt ge u met uw verbeelding het bijbehorend Geheim voor; denkt ge, zoekt ge met uw verstand wat er u wel het meest in treft; en verwerkt ge in uw gemoed of in uw wil een gevoelen, een acte van liefde, geloof, hoop, dankbaarheid, berouw, een voornemen of wat dan ook, overeenkomstig datgene wat u getroffen heeft.

Bijv. eerste blijde geheim: ge stelt u Maria voor in de stille afzondering van haar kamertje, waar de engel haar verschijnt, en ge beluistert het bekende gesprek. Daarbij treft u dat deze boven alle schepselen hoog verkorene zich in nederige bereidvaardigheid Gods dienstmaagd verklaart. En zo verwekt ge bij u zelf een gesteltenis van bereidwilligheid om te doen wat God van u verlangen mag. Woorden zijn daartoe niet nodig.

Tweede methode

Thans zoekt ge in elk mysterie naar een zelfde bepaalde deugd waarmee ge veel moeite hebt, bijv. geduld. Bij het eerste droevige geheim kunt ge Jezus' geduld met zijn Apostelen overdenken. Na al hun mooie beloften bij het Avondmaal, slapen ze wanneer Hij bij hen troost komt zoeken in zijn doodsnood en Hij heeft voor hen enkel het zachte verwijt: "Kunt ge dan niet één uur met Mij waken?" Weldra komt de verrader en Jezus noemt hem vriend. En de anderen laten hem alleen en vluchten. Eer het een paar uur verder is, heeft Petrus, de uitverkoren Rotsman, Hem driemaal verloochend. Wat een voorbeeld voor ons die om een kleinigheid opvliegen en uitvallen!

En zo gaat ge al de vijf Geheimen door, overal zoekend naar diezelfde deugd van geduld. In de Geseling, die gerekte gruwelijke foltering en beschaming; de langdurige verfijnde pijniging van de Doornenkroon, stekend in overgevoelige plaatsen; de moeizame Kruisdraging van de afgemartelde Heiland; tenslotte de eindeloze uren dat Hij daar hing aan zijn doorspijkerde handen.

Deze tweede methode heeft het voordeel van grotere eenheid. De aandacht wordt over minder punten verspreid, en aldus heeft de indruk kans om dieper door te dringen en gemoed en wil krachtiger op te wekken tot acten en voornemens.

Derde methode

Ge geeft aan elk Rozenhoedje en aan elk tientje een intentie overeenkomstig het mysterie. Bijvoorbeeld de blijde geheimen hebben betrekking op de kindsheid des Heren. Dan bidden we dus voor ouders, kinderen, opvoeders, gezinsleven en dergelijke. Zo in het eerste blijde geheim voor vrouwen in gezegende omstandigheden; in het tweede voor degenen die hun alsdan naar Maria's voorbeeld bij moeten staan; in het derde voor de kleinen die in armoede ter wereld komen; in het vierde wijden we onze kinderen aan Jezus en Maria toe; in het vijfde vragen we hen niet te mogen verliezen hetzij door ontijdige dood of afdwaling (ofwel dat we de verlorenen mogen wedervinden). Ook kunnen we bij elk tientje ons bereid verklaren onze kinderen aan God af te staan, als Hij hen roept om te zijn in het Huis en de dingen van de Vader.

Bij de droevige geheimen bidt ge voor de verschillende klassen van zondaars, bijvoorbeeld afvalligen en lafhartigen (eerste geheim); zedenkwetsers (tweede geheim); hoogmoedigen (derde geheim); opstandigen tegen God (vierde geheim); alle zondaren (vijfde), en vergeet niet dat gij zelf daar ook onder valt.

Bij de glorievolle geheimen kunt ge de H. Kerk gedenken, vragen om haar zegepraal (eerste); dat de gedachten der mensen meer Omhoog mogen worden gericht (tweede); om de bijstand van de H. Geest en een nieuwe, rijkelijke uitstorting van zijn Pinkstergenaden (derde); om de voorspraak van Maria bij Gods troon (vierde); en dat zij ons allen brenge tot de eeuwige bekroning van ons leven in de Hemel (vijfde).

Vierde methode

Bij ieder geheim gaat ge na welke genade God aldaar aan de mensheid verleend heeft door Jezus en Maria, bijvoorbeeld eerste blijde geheim: Hij geeft zichzelf, wordt mens om ons; eerste droevige geheim: Christus aanvaardt voor ons zijn lijden en dood; eerste glorivolle geheim: Christus geeft ons door zijn eigen verrijzenis de stellige verzekering van onze eigen opstanding op de jongste dag. Enz., enz. En dan zegt ge uw Rozenkrans in een geest van dankbaarheid.

Vijfde methode

Hier stijgt ge nog hoger. Ge beschouwt welke glorie Jezus en Maria in elk mysterie brengen aan God. En zelfvergeten, in onbaatzuchtige liefde verheugt gij u daarover, offert ge die glorie ook uit uw eigen naam.

Zesde methode

Zoals al eerder werd voorgesteld en nog dikwijls zal worden, kunt gij aan elk tientje het een of ander gebed toevoegen, in overeenstemming met uw intentie, met het punt dat gij overweegt, de liturgische tijd van het jaar, of wat dan ook. De H. Maagd heeft zelf de drie herdertjes aan wie zij in 1917 verscheen te Fatima in Portugal, aangeraden na elk tientje een gebedje in te voegen voor de intentie die zij hun aanbeval: "O mijn Jezus, vergeef ons onze schulden; bewaar ons voor het hellevuur; geleid alle zielen ten Hemel, vooral degenen die het meest uw barmhartigheid behoeven.

Zevende methode

Denk niet te gauw dat het voor u te omslachtig of te moeilijk is om te mediteren over de geheimen wanneer ge uw tientjes bidt. Onder de hierboven gegeven methoden vindt ge er met enige goede wil en volharding beslist wel een die binnen uw bereik valt en die u spoedig dierbaar zal worden. Er zijn echter omstandigheden dat dergelijk hersenwerk zo goed als onmogelijk is. Dan is het raadzaam dit te vereenvoudigen tot een rustige aandacht voor de tegenwoordigheid Gods (in het H. Sacrament, in het heelal, of in onze ziel) waarop wij onze gedachten steeds weer kalm terugvoeren, als we na een verstrooiing opnieuw tot ons zelf komen. Ondertussen laten we onze mond God dienen en verheerlijken door het uitspreken der gebeden. Een in het begin gemaakte intentie kan aan het geheel een bepaalde oriëntatie geven. Deze vereenvoudigde zevende methode, zal blijken voor de andere niet onder te doen in het afwerpen van geestelijke vruchten. 

Feesten van het bisdom 's-Hertogenbosch (van Drievuldigheidszondag tot aan Advent)

 Ontleend aan het supplement voor de Nederlandse Kerkprovincie bij het "Klein Brevier" door pater Th. Stallaert C.ss.R. en de abdij van Berne-Heeswijk.

Eucharistisch Hart van Jezus (donderdag na het Feest van het Allerheiligst Hart)

Uit de heilige bisschop Alphonsus
Ach, was het ons eens vergund de liefde te begrijpen, die in het Hart van Jezus voor ons brandt! Hij heeft ons zozeer liefgehad dat, wanneer alle mensen, engelen en heiligen hun krachten zouden verenigen om lief te hebben, zij nog niet aan een duizendste deel toekwamen van de liefde, die Hij ons toedraagt. Jezus' liefde overtreft eindeloos onze eigen liefde voor ons zelf, want Hij heeft ons boven alle maat bemind. Die liefde heeft Hem er ook toe gebracht om in het heilig Sacrament, als op zijn koninklijke liefdetroon, blijvend onder ons te vertoeven. Uit Jezus' minnend Hart zijn al de Sacramenten voortgekomen, maar vooral toch het Sacrament van de liefde. Deze aanbiddelijke uitvinding van zijn Hart, dit blijk van de opperste liefde, verdient terecht, dat het speciaal vereerd en aan de mensen verkondigd wordt, vooral in onze dagen, nu de liefde zo aan gloed verliest.

Heer Jezus Christus, die de schatten uwer liefde tot de mensen uitdelend, het Sacrament van de Eucharistie hebt ingesteld: geef ons, smeken wij, dat wij uw beminlijkst Hart liefhebben en een zo groot Sacrament steeds waardig nuttigen: Die leeft en heerst met God de Vader in de eenheid van de Heilige Geest, God door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Heilige Odulphus (12 juni)

Odulphus, te Oirschot uit een voornaam Frankisch geslacht geboren, toonde zich vanaf zijn jeugd reeds een vroom man en ontving daarom de priesterlijke waardigheid. Nu wilde hij zich in Utrecht gaan vestigen, maar op het dringende verzoek van zijn ouders, nam hij de zielzorg op zich van de parochie Oirschot. Gedreven door de zucht naar grotere heiligheid, ging hij later toch naar Utrecht om daar, samen met anderen, onder een vaste regel Christus beter te kunnen dienen. Door de heilige Fredericus, bisschop van Utrecht, uitgezonden tegen de Ariaanse ketters in Friesland, bracht hij de mensen daar weer tot het ware geloof terug. Na zijn terugkomst in Utrecht werd hij door koorts aangetast en stierf op hoge leeftijd. Hij werd begraven in de Sint Victor-kapel te Utrecht, waar zijn graf door vele wonderen verheerlijkt werd.

God, die uw Kerk verlicht door de verdiensten en de leer der heiligen: laat ons, onderwezen door het licht van het geloof, op voorspraak van uw belijder, de heilige Odulphus, onze wil aan U toewijden en uw majesteit met een oprecht hart dienen. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die met U leeft en heerst in de eenheid van de Heilige Geest, God door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Heilige Rumoldus (3 juli)

Rumoldus werd in Ierland geboren. Uit liefde voor Christus verliet hij alles en begaf zich naar Rome. Bij de graven der martelaren ontstak in hem een hevige begeerte naar het martelaarschap. Gesterkt door de zegen van de paus, reisde hij naar Mechelen en werd er welwillend ontvangen door graaf Ado, wiens kind hij doopte. Toen dit kind later verdronk, werd het door Rumoldus uit de dood opgewekt. Daar hij in dit gebied met zoveel ijver het geloof verkondigde, noemde men hem de apostel van Mechelen. Uit haat tegen de strengheid, waarmee hij zondaars berispte, werd hij vermoord. Zijn lichaam werd in het water geworpen, waar het, omstraald door een bovenaards licht, door graaf Ado gevonden werd. Het werd overgebracht naar de kerk van de heilige Stephanus en later naar de tegenwoordige kathedraal, die aan hem werd toegewijd.

Wij smeken U, Heer, moge de waardige voorbede van uw heilige bisschop en martelaar Rumoldus ons met uw majesteit verzoenen: opdat wij, die in onze zwakheid voortdurend zondigen, door zijn onophoudelijke gebeden vergiffenis mogen krijgen. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die met U leeft en heerst in de eenheid van de Heilige Geest, God door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Zoete Lieve Vrouw van Den Bosch (7 juli)

Het beeld van de heilige Maagd, dat zich in de Sint Jansbasiliek te 's Hertogenbosch bevindt, werd reeds in de Middeleeuwen algemeen vereerd onder de naam van "Zoete Lieve Vrouw van den Bosch". Vanaf de veertiende eeuw stroomden steeds meer pelgrims toe. Behalve de dagelijkse plechtigheden was er jaarlijks een grote processie, de "omgang" genaamd, die duizenden pelgrims trok. Toen de kerk in handen der protestanten viel, werd het beeld door een aanzienlijke dame verborgen gehouden en naar Brussel vervoerd, waar het in de Coudenbergh-kerk bewaard werd. Na het herstel van de hiërarchie in Nederland werd het door aartsbisschop Joannes Zwijsen naar de Kathedraal van Sint Jan teruggebracht, waar het weer voorwerp werd van grote verering. Paus Pius X stond het bisdom de viering van dit feest toe, met eigen mis en officie.

God, die de allerzoetste Moeder van uw beminde Zoon ons tot Moeder gegeven hebt, en haar beeld op wonderbare wijze hebt willen verheerlijken: wij smeken U, geef ons, dat wij, die haar moederlijke liefde vieren, volgens uw hart mogen leven en gelukkig het eeuwige vaderland mogen bereieken. Door dezelfde Jezus Christus, uw Zoon, onze Heer, die met U leeft en heerst in de eenheid van de Heilige Geest, God door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Heilige Martelaren van Gorcum (9 juli)

Toen den Briel op één april 1572 door de Watergeuzen was ingenomen, werden al spoedig ook de omliggende steden door hen bezet. Zo kwamen zij ook te Gorcum, waar alle aanwezige priesters en kloosterlingen in de gevangenis geworpen en gruwelijk mishandeld werden. Zij waren negentien in getal, namelijk vier Norbertijnen, een augustijner kanunnik, een Dominicaan en elf Minderbroeders. Van Gorcum werden zijn naar den Briel overgebracht, op welke tocht zij ook weer vreselijke ontberingen en kwellingen te verduren hadden. Daar aangekomen werden zij eerst rond de galg gevoerd en vervolgens in verhoor genomen. Men beloofde hun de vrijheid, zo zij de wezenlijke tegenwoordigheid van Christus in de heilige Eucharistie en het gezag van de paus verloochenden. Allen weigerden en werden de negende juli in een turfschuur opgehangen. In 1867 werden zij door paus Pius IX heilig verklaard.

God, die de roemvolle strijd voor het geloof van uw heilige martelaren Leonardus en Gezellen met een eeuwige lauwerkrans verheerlijkt hebt: verleen goedgunstig, dat wij door hun verdiensten en naar hun voorbeeld strijdend op aarde, met hen mogen gekroond worden in de hemel. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die met U leeft en heerst in de eenheid van de Heilige Geest, God door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Heilige Plechelmus (15 juli)

Plechelmus werd geboren in Northumberland uit voorname ouders. Reeds vanaf zijn jeugd muntte hij uit door grote heiligheid. Priester geworden, werd hij met algemene stemmen tot bisschop gekozen en te Rome door de paus gewijd. Na de wijding vertrok hij, begiftigd met relikwieën, naar zijn bisdom, dat hij een tijdlang bestuurde. Daarna ging hij naar het gebied der Franken en bracht in de nog niet gekerstende streken het Evangelie. Op het laatst van zijn leven werd hij door de koning naar Sint Odiliënberg gezonden, waar hij op hoge leeftijd stierf. Zijn graf werd door vele wonderen verheerlijkt. Een gedeelte van zijn relikwieën rust in de hem toegewijde basiliek te Oldenzaal, waar ze thans nog een grote verering genieten.

Almachtige eeuwige God, voor wiens aanschijn het leven der heiligen steeds roemvol is geweest: geef, smeken wij, dat wij, die het geboortefeest van uw heilige bisschop en belijder Plechelmus vieren, door uw barmhartigheid in de hemel zijn gezelschap mogen delen. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die met U leeft en heerst in de eenheid van de Heilige Geest, God door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Wijding van de Kathedraal (24 augustus)

Uit de heilige Bisschop Augustinus
Zo dikwijls wij, beminde broeders, het feest vieren van een altaar of een tempel, gebeurt er in ons geestelijk gebouw geheel hetzelfde als wat er geschiedt in een tempel, met handen gemaakt, indien wij trouw en ernstig daarnaar streven en heilig en rechtvaardig leven. Want het was niet onwaar, toen iemand zeide: "De tempel van God immers, en dat zij gij, is heilig;" en ook nog: "Weet ge niet, dat uw lichamen tempels zijn van de Heilige Geest, die in u is?" En daarom, beminde broeders, nu we dus, zonder enige voorafgaande verdiensten, een tempel van god hebben mogen worden, laten we nu ook, zoveel we kunnen, met zijn hulp trachten te bereiken, dat onze Heer in zijn tempel, dat wil zeggen in ons zelf, niets aantreft wat de ogen van zijn Majesteit kan beledigen.

God, Gij laat elk jaar opnieuw de wijdingsdag vieren van uw heilige tempel en ons in goede gesteltenis de heilige Geheimen bijwonen: verhoor de gebeden van uw volk en geef, dat een ieder, die deze tempel binnengaat om uw gunsten af te smeken, ook verblijd moge worden over het verkrijgen daarvan. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die met U leeft en heerst in de eenheid van de Heilige Geest, God door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Heilige Bartholomeüs (25 augustus)

Na de opdracht van Jezus Christus om over de gehele wereld het geloof te verkondigen, trok de apostel Bartholomeüs naar Indië. Velen bekeerde hij hier, maar door talloze rampen getroffen, verliet hij dit land en ging naar Groot-Armenië. Hier wist hij de koning en diens echtgenote tot het Christendom te brengen en bovendien nog twaalf steden. Het gevolg hiervan was, dat hij zich de dodelijke haat der heidense priesters op de hals haalde. Deze priesters hitsten dermate de broer van de koning op tegen de apostel, dat deze Bartholomeüs levend de huid liet afstropen en hem daarna liet onthoofden. Zijn gebeente vond achtereenvolgens meerdere rustplaatsen, maar werd door keizer Otto III voorgoed naar Rome overgebracht.

Almachtige eeuwige God, Gij hebt ons heden een verheven en heilige vreugde geschonken op het feest van uw heilige apostel Bartholomeüs: geef uw Kerk, vragen wij, lief te hebben wat hij geloofd heeft en te prediken wat hij heeft geleerd. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die met U leeft en heerst in de eenheid van de Heilige Geest, God door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Heilige Lambertus (17 september)

Lambertus was een Maastrichtenaar van geboorte. Door zijn vader werd hij toevertrouwd aan de zorgen van de heilige Theodardus, de bisschop der stad. Na diens dood werd Lambertus op aandringen van het volk en met instemming van koning Childerik tot bisschop gekozen. Toen Childerik was vermoord, werd Lambertus verdreven en de onwaardige Faramundus als bisschop aangesteld. Lambertus nam zijn intrek in een klooster te Stavelot, waar hij zeven jaar lang een voorbeeldig leven leidde. Door Pepijn werd hij in ere hersteld en feestlijk werd hij in zijn bisschopsstad ingehaald. Begerig naar de martelaarskroon, vertrok hij naar Taxandrië en Brabant, waar hij bijgeloof en dwaalleer uitroeide. In Luik, waar hij eens vertoefde, werd hij laaghartig vermoord. Aanvankelijk rustte zijn lichaam in Maastricht, maar het werd later door de heilige Hubertus naar Luik overgebracht.

Wij smeken U, Heer, moge de voorsprak van uw heilige bisschop en martelaar Lambertus onophoudelijk uw rechtvaardigheid met ons verzoenen en van ons uw toegewijde dienaren maken. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die met U leeft en heerst in de eenheid van de Heilige Geest, God door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Wijding van de eigen kerk (16 oktober)

Hetzelfde als op het wijdingsfeest van de kathedraal (24 augustus)

Heilige Hubertus (3 november)

Hubertus werd in Aquitanië geboren. Na een wereldse jeugd stelde hij zich onder de leiding van Lambertus, bisschop van Maastricht, die hij na diens marteldood opvolgde. Hij was mild voor de armen en had medelijden met de ongelukkigen. Met grootse praal liet hij het lichaam van Lambertus naar Luik overbrengen, waar hij zijn bisschopszetel vestigde. Hij verkondigde het Evangelie in de Ardennen, in Taxandrië en Brabant, war hij vele kerken bouwde. Op een zijner reizen door Brabant stierf hij in het jaar 727 te Tervuren, niet ver van Brussel. Zijn lichaam werd naar Luik overgebracht, en later naar Sint Andain, dat sindsdien Saint Hubert genoemd wordt.

God, die aan uw heilige bisschop en belijder Hubertus de eeuwige glorie geschonken hebt: geef, smeken wij, dat wij door zijn voorsprak bij u geholpen worden om met hem het eeuwig leven te bezitten. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die met U leeft en heerst in de eenheid van de Heilige Geest, God door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Heilige Odrada (5 november)

Odrada werd geboren te Baelen in de Brabantse Kempen. Reeds vanaf haar jeugd wenste ze God alleen toe te behoren en leidde een leven van ware nederigheid. Met groot geduld verdroeg ze iedere tegenslag, terwijl ze bovendien aan een ongeneeslijke ziekte leed. Ze stierf in de geur van heiligheid. Haar lichaam werd begraven te Alem aan de Maas. Later werd een gedeelte der relikwieën aan haar geboorteplaats geschonken. 

Verhoor, Heer, uw volk, dat onder de bescherming van de heilige Odrada tot U smeekt, en geef, dat wij ons mogen verheugen over de vrede in het tijdelijke leven en hulp mogen krijgen voor het eeuwige. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die met U leeft en heerst in de eenheid van de Heilige Geest, God door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Heilige Willibrordus (7 november)

Abt Egbertus zond Willibrord met elf gezellen uit Engeland naar het vasteland om de heidenen voor het Evangelie te winnen. Bij hun aankomst gingen zij naar Pepijn, die hen welwillend ontving en hun zijn steun toezegde bij het missiewerk onder de Friezen. Toen hij daar enige jaren gepredikt had, werd Willibrord door Pepijn naar Rome gezonden met het verzoek hem tot aartsbisschop van de Friezen te wijden. Paus Sergius willigde het verzoek dadelijk in en diende zelf hem de wijding toe, waarbij hij hem de naam Clemens gaf. Nog vele jaren hierna trok Willibrord rond, overal kerken bouwend en predikend om de heidenen voor Christus te winnen. Op de zevende november van het jaar 739 overleed hij in de door hem zelf gestichte abdij van Echternach.

God, die U gewaardigd hebt de heilige bisschop Willibrordus te verkiezen voor de prediking van uw glorie onder de volkeren, opdat zij tot kinderen Gods zouden worden aangenomen: geef ons, smeken wij, op zijn voorbede te volharden in de dienst van uw Wil, opdat in onze dagen het U dienende volk in verdiensten en getal moge toenemen. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die met U leeft en heerst in de eenheid van de Heilige Geest, God door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Heilige Oda (27 november)

Oda was de zeer vrome, blinde dochter van een Schotse koning. Op voorspraak van sint Lambertus werd ze van haar blindheid genezen. Toen haar vader Oda tot een huwelijk trachtte te bewegen, weigerde ze, omdat ze haar zuiverheid aan Christus had gewijd. Daarom verliet ze haar vaderland en reisde naar Rome. Vandaar ging ze naar Brabant, waar ze Rode tot woonplaats koos. Hier bracht ze haar leven door in boete en versterving. Ze stierf omstreeks 726 in geur van heiligheid. Haar woonplaats werd in het vervolg Sint Oedenrode genoemd. Toen vele wonderen haar graf verheerlijkten, richtte men in de nabijheid een collegiale kerk op. Haar relikwieën zijn omstreeks 1100 op last van de Luikse bisschop Otbertus opgegraven en naar deze kerk overgebracht.

Geef, smeken wij, almachtige God, dat wij, die het geboortefeest van uw heilige maagd Oda vieren, ons over dit jaarlijkse feest mogen verheugen en voortgang maken door het voorbeeld van zo'n grote deugd. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die met U leeft en heerst in de eenheid van de Heilige Geest, God door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Mensis Eucharisticus (dag 25)

Het boekje "Mensis Eucharisticus" bevat 31 korte meditaties (één voor elke dag van de maand) ter voorbereiding op de H. Communie e...